Om aanspraak te kunnen maken op een uitkering uit de AOV, moet je minimaal 25% arbeidsongeschikt zijn. Hierbij maakt het een groot verschil of er uit wordt gegaan van arbeidsongeschiktheid voor je eigen beroep of ook voor andere beroepen. In de regel  kun je kiezen voor drie soorten dekkingen, beroepsdekking, passende dekking en gangbare arbeid.

Beroepsdekking is kwalitatief de beste dekking. De mate van arbeidsongeschiktheid wordt gebaseerd op het beroep van de verzekerde. Een pianist met een verlamde arm is voor 100% arbeidsongeschikt.

Meer over de verschillen tussen deze drie lees je in ons artikel over beroepsdekking aov.

Heeft dit antwoord je geholpen?